Kinderen

Als je dit leest, ben je ofwel gewoon geïnteresseerd, ofwel je staat misschien op het punt om na te denken of een beslissing te nemen om in een gezinshuis te gaan wonen.
Als je nu in een woongroep leeft, in een pleeggezin of crisisopvang, is de overgang naar een gezinshuis anders dan als je nog bij je ouders woont.

Wat je over een gezinshuis moet weten is dat kinderen die hier komen wonen, meestal pas weer weg gaan als ze zelfstandig kunnen wonen. Dat is voor sommigen bij het bereiken van hun achttiende jaar, maar soms kan het verstandig zijn om nog verlenging aan te vragen.

En wat je moet weten is dat de mensen bij wie je komt te wonen er altijd zijn, in principe 7 dagen per week 24 uur per dag (al zijn we soms ook wel een dag of een weekendje weg).

In een gezinshuis wonen kinderen met gezinshuisouders. Zo worden wij genoemd, maar ik vind dat een rare benaming, omdat we niet de ouders zijn van de kinderen die bij ons wonen. Zij hebben hun eigen ouders. Als je bij ons woont zijn wij wel degenen die je ondersteunen bij het opgroeien en opvoeden. Maar ook je ouders blijven in beeld, ofwel op afgesproken contactmomenten, maar misschien ook, als dat gaat en als je dat wilt, dat ze tussendoor in het gezinshuis op bezoek komen. Om spelletjes te doen, mee te koken, te eten, et cetera.